Waar eind september plaatselijk nog werd beregend om te kunnen rooien, is de oogst in de kleigebieden inmiddels helemaal stilgevallen. In de teeltgebieden langs de kust was op 7 oktober op de meeste plaatsen tussen de 70 en 100 mm water gevallen met uitschieters tot 130 mm in Zeeland. In Flevoland is het met 30-50 mm ook nat maar zijn de hoeveelheden flink lager.

 Ondanks de nattigheid ligt het oogstpercentage in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal al boven de 60%. “De meeste gewassen waren er wel aan toe en veel telers hebben de natte herfst van vorig jaar nog vers in het geheugen”, verklaart Edwin Schrotenboer. “De laatste kilo’s zijn dit jaar minder belangrijk. Je kunt ze maar beter achter de planken hebben.” In de Haarlemmermeer ligt het oogstpercentage rond de 20%. Daar was het wachten op een voldoende hoog onderwatergewicht. De opbrengsten in Noord-Holland typeert Schrotenboer als normaal. In de Noordoostpolder is ongeveer 40% van het areaal geoogst en ziet Schrotenboer opbrengsten die iets bovengemiddeld zijn.

Goede kwaliteit

In het Zuidwesten wordt een gemiddeld tot iets bovengemiddeld opbrengstniveau gehaald, meldt Jan-Willem de Weert. Net als zijn collega’s elders in het land ziet hij mooie grove partijen in de schuur komen met een goede kwaliteit. Op een enkele uitzondering is op alle percelen een OWG tussen de 360 en 400 bereikt. Sporadisch ziet de Weert een beginnetje van doorwas maar dat is nergens doorgezet. Wel maakt hij zich een beetje zorgen om sommige percelen in Zeeuws-Vlaanderen en net over de grens in België. “Daar zijn met de neerslag uitschieters tot 130 mm gemeten en staat het water plaatselijk tussen de ruggen. De aardappels van die percelen kunnen in de bewaring problemen geven.”

Pas op voor stootblauw

Ondanks de nette OWG’s waarschuwen de buitendienstmedewerkers toch voor risico’s op stootblauw. “Grove partijen zijn er sowieso wat gevoeliger voor en bij lagere temperaturen nemen de risico’s ook toe”, zegt Marten Scheepsma van buitendienst Zuid-Flevoland en Land van Heusden en Altena. In zijn gebied is ongeveer een kwart geoogst en het grootste deel betreft Innovators. “Maar alles ligt dood, dus zodra we een werkbare periode krijgen, kunnen de rooimachines weer het land op”, aldus Scheepsma. Hij verwacht in zijn gebied gemiddelde opbrengsten van 50-55 ton/ha.

Werkbaar weer

Voor de korte termijn zit werkbaar weer er nog niet in maar er is volgens de buitendienst medewerkers nog weinig reden voor ongerustheid. “Als we eenmaal aan de gang zijn, kan het hard gaan”, stelt de Weert. “Vorig jaar reden de telers eind oktober in circa 10 dagen 60% van het areaal binnen.” Schrotenboer onderschrijft dit: “We hebben gelukkig heel veel rooicapaciteit. Ik hoop dat de telers kunnen wachten op goede rooiomstandigheden want daarmee kun je problemen in de bewaring voorkomen. En dan doorpakken.” De Weert wijst in dit verband op het risico van dichtgesmeerde lenticillen. “Vooral Agria is daar gevoelig voor. Voor je het weet heb je rot in de partij. En een droge partij is ook belangrijk voor de toepassing van de kiemremmingsmiddelen.” Scheepsma vat samen: “Vooral geen te natte aardappels inschuren, direct beginnen met ventileren en bij de minste twijfel de kachel ervoor.”

Pluim voor schone schuren

Schrotenboer maakt tenslotte van de gelegenheid gebruik om de telers een pluim te geven voor hun inspanningen om de risico’s van CIPC-residu in hun bewaarplaatsen te minimaliseren. “Er werd in het begin wel wat gemopperd maar de meesten hebben hun stinkende best gedaan met creatieve en doeltreffende oplossingen.”