In de Aardappel Telers Commissie van Aviko Potato vertegenwoordig ik niet alleen Oost-Nederland voor de consumptieteelt, maar ook de pootgoedteelt. Op beide fronten moet je momenteel met een lampje op zoek naar goed nieuws. Wij hadden in de Achterhoek voor het derde jaar op rij een zeer droog teeltseizoen. Vaak brengt droogte hoge prijzen, maar door corona wisten we al vroeg in de zomer dat het deze keer anders zou zijn. Ik heb mijn consumptieaardappelen daarom niet of nauwelijks beregend, want de overtonnen zouden toch te weinig opbrengen. Het gevolg is dat de aardappelen die in normale jaren afland naar de fabriek gaan, dit jaar in de schuur passen. Lichtpuntje is wel dat we door de geringe neerslag een vrij makkelijk oogstperiode hebben. Bij veel collega’s op de klei is dat wel anders.

 Afzet pootgoed stagneert

Ook in de pootgoedsector staan momenteel veel seinen op rood. De vroege export, vaak de smaakmaker voor de prijsvorming, staat flink onder druk. Daar is een lange rij oorzaken voor aan te wijzen. Sommige verre bestemmingen hebben geldgebrek door lage olieprijzen; soms is ook sprake van een importquotum. Door corona zijn ook de handelsstromen, en daarmee de transportmogelijkheden, nog niet op het normale niveau. En dan zijn er nog lokale conflicten of rampen die roet in het eten gooien, zoals bijvoorbeeld de explosie in Beirut. Door al deze factoren zal men in deze landen vaker beslissen om kleine consumptieknollen te planten in plaats van Nederlands pootgoed. Zeker voor de vrije pootgoedrassen is de marktverwachting ronduit slecht; voor de chips- en tafelrassen loopt het nog redelijk.

Goed nadenken

De situatie op de aardappelmarkt zorgt ervoor dat aardappeltelers, zowel consumptie- als pootgoedtelers, goed moeten nadenken over wat ze de komende jaren gaan doen. Dat we ook in 2021 nog last zullen hebben van corona is vrijwel zeker, maar ook in de jaren daarna kunnen de effecten na-ijlen. De planning van het areaal en huuroppervlakte voor 2021 houdt mij momenteel bezig. Ook de rassenkeuze houdt mij dit jaar meer bezig dan in voorgaande jaren. Consumptietelers willen (of moeten) misschien schuiven in de verhouding contract/pool; ook areaalkrimp kan in beeld komen als de afzet van frites lager blijft. De contractprijzen gaan vast niet stijgen. En als de consumptietelers geen geld verdienen, verdient de pootgoedteler uiteindelijk ook geen geld.

Positief bericht

Ondanks de niet zo goede vooruitzichten kan ik deze column wel afsluiten met een positiever bericht. Naar aanleiding van opkomstproblemen bij consumptietelers is in 2016 het ketenproject “Verbetering pootgoed kwaliteit” gestart. Binnen dit project zoeken pootgoedhandelshuizen en aardappelverwerkers samen naar oorzaken en oplossingen voor de opkomstproblemen. Een belangrijk tussentijds resultaat is de ontwikkeling van een stresstest waarmee de vitaliteit van een partij pootgoed kan worden vastgesteld. De test is dit jaar (als proef) uitgevoerd op 300 partijen en dit zal komende winter worden herhaald. De bedoeling is dat met deze test vooraf kan worden vastgesteld of een partij opkomstproblemen gaat geven, en dus niet geschikt is voor uitplant. Als de voortekenen niet bedriegen, kan daarmee in ieder geval weer een risicofactor worden uitgeschakeld. Dat is welkom nieuws in deze onzekere tijden.

Ik wens u nog een goede oogstperiode toe!

Derck Hulshoff