Marcel van LierColumn ATC-lid
Marcel van Lier
september 2019

Goed nieuws vorige week voor Aviko: onze coöperatie Cosun geeft groen licht voor de bouw van een nieuwe fabriek in het zuiden van België. Met de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit speelt Aviko in op de jaarlijkse groei van de mondiale fritesconsumptie van 4%. 

Mooi ook voor onze Franse collega’s dat Aviko hen hiermee kansen biedt om de teelt van aardappelen op hun bedrijven verder uit te breiden. In schril contrast met dit succes staat de situatie waarin veel Nederlandse telers op de zandgronden zitten. Voor het tweede achtereenvolgende jaar zijn ze genoodzaakt heel veel geld en tijd te investeren in beregening van hun gewassen. Het is nu eind september en nog steeds draaien de haspels volop. Ik hoef niet voor te rekenen welke consequenties dat voor de kostprijs heeft.

Beregeningsverbod?

Maar eigenlijk moet ik zelf tevreden zijn, want wat te denken van de telers die niet kunnen of niet meer mogen beregenen. Die moeten lijdzaam toezien hoe hun opbrengst wederom fors achterblijft terwijl collega’s in andere teeltregio’s wél een goede oogst binnenhalen. Mijn zorg zit vooral in het feit dat het neerslagtekort binnen afzienbare tijd tot een beregeningsbeperking gaat leiden. Maar ook in het feit dat een lagere aardappelopbrengst niet terug te zien is in de prijsvorming. Wat zou de prijs zijn geweest in een normaal groeizaam jaar? De industrie heeft blijkbaar al voldoende posities ingenomen om niet voor een hogere prijs bij te hoeven kopen. Af land wordt in mijn ogen te weinig betaald als we het afzetten tegen het aanbod. Voor de leveringen uit de bewaring zien we de termijnmarkt iets aantrekken, maar haalt die het niveau dat wij nodig hebben?

Rendement blijft nodig

De verwerkende industrie heeft onze grondstof heel hard nodig. Maar kunnen wij dat nog wel garanderen als we jaar in jaar uit te maken krijgen met weersextremen? Kunnen wij met de huidige afzetcontracten dan nog wel voldoende rendement halen om door te gaan met aardappelen telen? Wat mij betreft moet het contract een ‘kostprijs plus’ geven. Dat hebben de telers die veel hebben moeten beregenen nodig om voldoende aan de teelt over te houden. Hier zal de industrie in mee moeten denken want die zijn afhankelijk van onze aanvoer. En als wij de teelt niet in de benen kunnen houden, wie levert hen dan de grondstof?

Liever Aviko dan een andere partij

Moeten we, gelet op bovenstaande, als Nederlandse telers dan nog wel blij zijn met een nieuwe fabriek in België? En met de uitbreiding van de teelt in Noord Frankrijk? Jazeker moeten we dat..., want de vraag naar frites groeit gestaag en de vraag naar grondstof dus ook. Liever dat onze eigen Aviko die kansen oppakt dan dat een andere partij erin duikt.