De contracteringsgesprekken voor 2014 zijn gestart.
Wat zijn de ervaringen van twee buitendienstmedewerkers? Edwin Schrotenboer en Manfred van ’t Erve nemen ons mee de boer op.

In de regio Zuid-Oost-Nederland en de Achterhoek bespeurt Edwin Schrotenboer een lichte groei in aantallen hectares. ,,Dit jaar pakt het allemaal goed uit. Want op de zandgronden hier zijn de akkerbouwers sterk afhankelijk van het grondaanbod van de veetelers. En ondanks een flink gestegen maïsprijs en huurprijs willen aardappeltelers nog graag aardappelen verbouwen. Ik voorzie voor volgend jaar wel een uitdaging, als door het beëindigde melkquotumstelsel de veeboeren wellicht meer grond zelf willen benutten.’’

,,Wat past het beste bij de teler?’’

Telers in zijn regio hebben voor het meerendeel gekozen voor vaste prijscontracten. De zekerheid voor de eerste 40 ton telt, weet Schrotenboer. ,,Natuurlijk hebben wij ook wensen. Zo liepen we tegen een maximum bij het aflandvolume aan. Dan bied je een alternatief.’’ Zijn werkgebied heeft het voordeel dat de grond zowel voor vlokken, frites als koelvers geschikt is.

Meer Agria, minder Fontana

,,Dat geeft mij de ruimte samen met de teler in te schatten wat het best bij zijn bedrijf past qua grond en voor de teler het beste resultaat geeft. Qua rassen bijvoorbeeld is het veelgeteelde ras Fontana wat teruggebracht in volume ten gunste van de Agria.’’

Meer vrije markt voor hogere marges

In Oostelijk Flevoland is Manfred van ’t Erve ook druk met het bezoeken van telers. ,,Ik heb te maken met een totaal ander gebied, op verschillende terreinen. Naast het verschil in grondsoort is hier de beschikbaarheid van de grond minder. Men wil wel groeien met hun aardappelareaal, maar de grond is er niet. Dat heeft er ook mee te maken dat ze hier vaker kiezen voor de vrije markt. Telers proberen met een wat minder groot areaal toch het hoogste resultaat te behalen.’’

Innovator past bij de grond

In tegenstelling tot de regio van Edwin Schrotenboer heeft Van ’t Erve in zijn werkgebied te maken met de teelt van fritesaardappelen. Qua aardappelrassen kan Van ’t Erve nog steeds de Innovator goed kwijt. ,,Een ras dat prima weerstand biedt tegen de aaltjes, waar men hier wel last van heeft. Maar ook de Leonardo en Agria worden veel gevraagd.’’

Wat doet de aardappelprijs?

Er is in de polder weinig rek in het areaal. Van ‘t Erve haalt zijn voldoening juist uit de samenwerking met de huidige telers en relatieopbouw met nieuwe telers. Een lichte tendens bespeurt hij in de zoektocht naar meer zekerheid: ,,Omdat de aardappelprijzen tegen de verwachting in niet stegen, overwegen telers toch sterker te kiezen voor een vaste prijs. Het is aan mij om daar sturing aan te geven. Maar we beslissen uiteindelijk samen.’’