Al over 10 weken begint de opstartfase van de nieuwe Aviko frietfabriek in het Belgische Poperinge. Jan Wijkhuijs praat ons bij over de stand van zaken.

Zoals meestal bij nieuwe verwerkingsinstallaties worden eerst de secundaire processen in gebruik genomen en getest voordat de echte productie op gang kan komen. “Bij een frietfabriek moet je bijvoorbeeld eerst regelen dat de afvalwaterzuivering en de reststromenlijn goed functioneren. Pas als dat goed draait, kunnen we de frietproductie opstarten”, legt logistiek manager Jan Wijkhuijs uit. “Daarom nemen we eind juli eerst de vlokkenlijn in gebruik. Die verwerkt normaal gesproken dus de reststroom van de frietproductie maar in de testfase gaat alle grondstof er doorheen.”

Hoge los- en opslagcapaciteit

Ook het ontvangst-, was- en sorteercomplex draait mee in de proeffase. Aan de ontvangstzijde heeft de fabriek straks een zeer hoge los- en opslagcapaciteit voor de grondstof. “We hebben geen ruimte om veel trailers te parkeren”, vertelt Wijkhuijs. “Dankzij 1000 ton opslag in grote tussenbunkers zijn het lossen en wassen/sorteren niet meer aan elkaar gekoppeld. Dat maakt ons flexibeler. En het past ook beter bij de beoogde start met een lage personele bezetting.” Medio september moeten alle genoemde onderdelen vol op stoom zijn.

50 ton per uur

De start van de frietproductie in Poperinge is gepland voor begin 2022. Eenmaal op volle kracht gaat de fabriek 50 ton aardappelen per uur verwerken. De vlokkenlijn verwerkt de reststromen van de frietlijn. Naast snijresten worden ook knollen die niet geschikt zijn voor de frietproductie verwerkt tot aardappelvlokken. De fabriek draait na de opstartfase zeven dagen per week volcontinu. Behalve friet is de productielijn ook geschikt voor de productie van gefrituurde wedges, schijfjes en andere snijspecialiteiten. Naast de fabriek verrijst een vrieshuis met een capaciteit van zo’n 50.000 pallets; dit is vergelijkbaar met het nieuwe vrieshuis in Steenderen.

Ruimte voor tweede lijn

De nieuwe fabriek krijgt z’n aanvoer in principe van Franse en Belgische aardappeltelers. Bij de bouw is al rekening gehouden met de toekomstige installatie van een tweede frietlijn. Maar wanneer die lijn er komt, is nu nog koffiedik kijken. “Het duurt nou eenmaal langer om een teeltgebied op te zetten dan een fabriek te bouwen”, besluit Wijkhuijs.