Aviko heeft onafhankelijk adviseur Gerard Meuffels in de arm genomen om extra aandacht te geven aan de ontwikkelingen op het gebied van nieuwe kiemremmers. Hij zet na de eerste praktijkervaringen van 2020 de belangrijkste aandachtspunten op een rij.

“De keuze voor een kiemremmer is maatwerk geworden”, begint Meuffels zijn verhaal. Het is volgens hem onmogelijk om één algemeen advies te geven. Dat advies hangt namelijk af van het ras, de omstandigheden van de partij en het wel of niet lekvrij zijn van de schuur. Bovendien blijkt dat niet alle kiemremmers onbeperkt beschikbaar zijn. “De keuze en toepassing van de kiemremmers is voor vrijwel iedereen een onbeschreven blad. Daarom is het uitgangspunt dat de telers de aardappelen zeer frequent en nauwkeurig moeten inspecteren om te zien wat er gebeurt. En komen er onverwacht kiemen op de aardappelen, informeer direct je buitendienstmedewerker. Zij zijn op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.”

Effect van MH

Op meer aardappelpercelen dan andere jaren is afgelopen zomer een MH-bespuiting uitgevoerd. “Maar veel telers twijfelen of die bespuiting genoeg effect heeft gehad”, weet Meuffels. Aan het eind van het seizoen zijn veel percelen versneld afgestorven en dan is het de vraag of de MH voldoende is opgenomen. Er rest de teler dan maar één ding: de partij tweewekelijks inspecteren op meerdere plekken in de bewaring. Zeker als de opbrengst van meerdere percelen in de bewaring liggen. Ook is het bij de keuze van de kiemremmer van belang of de partij al voldoende droog is. “Als je verwacht dat je nog veel extern moet ventileren, is 1.4SIGHT bijvoorbeeld niet het aanbevolen middel om mee te starten”, stelt Meuffels.

Lekdichte bewaarplaats

Een andere factor is de lekdichtheid van de bewaarplaats. Vooral bij 1.4SIGHT. Het middel werkt op basis van een concentratieverschil en dan is weglekken van het middel volgens Meuffels niet gewenst. Ook vraagt 1.4SIGHT een minimale vullingsgraad van 40% van de ruimte. Dat veel akkerbouwers voor 1.4SIGHT kiezen, komt volgens Meuffels doordat er al een aantal jaren ervaring met het middel is. Verder is het bij 1.4SIGHT belangrijk dat de partij handdroog is (wondheling mag nog bezig zijn) en moet de behandeling starten voordat de eerste kiemen zichtbaar worden. Ook mag het in de schuur niet kouder zijn dan 5 graden om stolling van het vernevelde middel te voorkomen. Ook bij 1.4SIGHT is nauwkeurig volgen van de partij belangrijk: “Als je binnen het toepassingsinterval toch kiemen ziet verschijnen, moet je serieus overwegen om over te schakelen op iets anders”, aldus Meuffels.

Eerste witte puntjes zichtbaar

Bij Biox M. (muntolie) en Argos (sinaasappelolie) is een klein lekje in de bewaarplaats minder bezwaarlijk omdat het bij deze middelen om contactwerking gaat. Wel moet bij deze producten de wondheling achter de rug zijn en moet de partij goed droog zijn. Bij Biox M en Argos is het geen bezwaar dat er al kleine kiempjes zichtbaar zijn voordat de behandeling start maar de kiemen mogen niet te groot zijn. Het advies is om bij deze kiemremmers te starten als op 50% van de aardappelen de eerste witte puntjes in de ogen van de aardappelknol zichtbaar zijn. Onder praktijkomstandigheden is gebleken dat kiemen tot 0,5 cm met Argos ook nog afgebrand worden. Bij een hogere dosering van 60-90 ml/ton Biox-M worden kiemen tot een lengte van 1 cm nog aangepakt. Het advies is nadrukkelijk wel om niet zo lang te wachten. Een toepassing van 60-90 ml/ton Biox-M is de eerste keer mogelijk; de vervolgbehandelingen mogen niet hoger zijn dan 30 ml/ton.

Juiste apparatuur

Alle genoemde middelen worden ingebracht met vernevelingsapparatuur. Bij Biox M. en Argos moet dat persé elektrische geregelde apparatuur zijn, 1.4SIGHT kan ook nog met een swingfog voorzien van kleine nozzle worden toegepast, maar ook hier heeft een elektrisch geregeld apparaat de voorkeur. In Duitsland en België zijn door verkeerd gebruik al bewaringen afgebrand. Verdeling bij de curatieve middelen (Biox-M en Argos) is belangrijk. Kiemen die niet geraakt worden, groeien namelijk vrolijk verder. In de praktijk laat die goede verdeling nogal eens te wensen over. Waardevolle tips om dit te voorkomen zijn:

  1. Breng het middel niet in - maar juist tegenover - de drukkamer in, zodanig dat het middel bij alle ventilatoren komt.
  2. Gedeeltelijke behandeling van partijen is lastig. En als het al werkt, dan dient de te behandelen ruimte met zeilen afgeschermd te zijn van de andere ruimte.
  3. Belangrijk om te weten is ook dat de bewaarplaats bij al deze middelen na toediening 48 uur dicht moet blijven zonder externe ventilatie. Wel intern ventileren.
  4. Om schilbrand te voorkomen is het belangrijk om vooraf de ventilatoren al aan te zetten zodat de luchtstroom op gang is gekomen. Daarnaast dient de fog boven de aardappelen langs het plafon te gaan en niet langs de aardappelen.

Generator in bewaarplaats

Restrain (ethyleen) stelt de minste eisen aan de bewaarplaats en is in de uitvoering relatief makkelijk. De Restrain generator wordt in de bewaarplaats gezet en daarna hoeft de teler alleen de ethanolvoorraad (waarvan de ethyleen gemaakt wordt) te volgen en tijdig bij te vullen. De generator bouwt zelf in drie weken de gewenste concentratie op. Een belangrijk aandachtspunt bij Restrain is de CO2-concentratie. Deze wordt gemeten met een sensor, die verbonden is met de generator. Een hoge CO2 concentratie in combinatie met ethyleen kan leiden tot versuikering, waardoor bij fritesaardappelen de bakkwaliteit negatief wordt beïnvloed. Afzuiging van CO2 heeft de voorkeur op extern ventileren in verband met bewaarverliezen. Wanneer de bewaartemperatuur maximaal 10 graden bedraagt en de aardappelen zijn in rust - CO2 concentratie van de partij is onder controle - kan gestart worden met de toepassing van ethyleen. Om reden van versuikering kan Restrain niet in alle rassen worden toegepast. Rassen als bijvoorbeeld Innovator, Bintje, Challenger zijn niet geschikt. Andere rassen reageren minder op ethyleen en kunnen mogelijk wel ingezet worden. Vraag hiervoor na bij uw buitendienstmedewerker.  

Veiligheidstermijnen

De veiligheidstermijn van de middelen verschilt sterk. Dit is relevant voor elke teler die wil afleveren, maar zeker voor telers die flexibel (over een langere periode) willen uitschuren. De veiligheidstermijn voor 1,4SIGHT is 30 dagen. Voor Biox-M bedraagt de wachttijd tussen laatste toepassing en verwerking officieel 12 dagen en voor Argos schrijft UPL een wachttijd van 48 uur voor. Aviko hanteert zelf, vanwege beperkte ervaringen met de nieuwe middelen, voor zowel Biox-M als Argos een langere wachttermijn. Restrain kent geen wachttijd.

 

Koelen soms ook een optie

Bij sommige rassen, waaronder Agria, en Markies kan ook de combinatie van MH en mechanische koeling de kieming langdurig in bedwang houden. Ook voor deze situaties heeft Meuffels een paar adviezen: “Begin pas met koelen als de partij goed droog is en probeer om de temperatuur zo constant mogelijk te houden. Elke temperatuurschommeling kan tot ongewenste activiteit in de knol leiden. Raadpleeg je buitendienstmedewerker voor de aanbevolen bewaartemperatuur.”