In deze nieuwe rubriek stellen we vijf vragen aan iemand die nauw betrokken is bij onze activiteiten. Dat kunnen mensen van binnen de organisatie zijn maar ook mensen van buiten. Het spits wordt afgebeten door ATC-voorzitter André Broeze.

Welke vraag hebben de telers sinds je aantreden als ATC-voorzitter het meest gesteld?

DAM 9623 Vergadering Aviko 7832 FotostudioWierd scr“Het vaakst werd gevraagd wat de poolprijs zou worden”, grijnst Andre. “Dat is ook logisch met mijn functie. Maar het viel me op dat ook veel telers vroegen hoe we in de toekomst rendabel aardappelen kunnen blijven telen. Die vraag moet je zien tegen de achtergrond van de droge zomer en de hoge beregeningskosten.”

En wat was daarop je antwoord?

“Over de poolprijs kan ik nu nog niet veel zeggen, dat begrijp je wel. Voor een antwoord op de tweede vraag kijk ik naar het nieuwe index-contract. Dat hebben we als ATC afgelopen winter samen met Aviko Potato ontwikkeld. Bij deze contractvorm volgt de aardappelprijs de ontwikkeling van de belangrijkste kostenposten van de aardappelteelt. Je hoeft je als teler dus niet meer druk te maken over de vraag of je kosten worden vergoed. Je kunt focussen op een optimale teelt. Het unieke van dit contract is dat de prijsvorming wordt losgekoppeld van de markt. Je komt los van de zogenaamde varkenscyclus. Natuurlijk is deze contractvorm niet de oplossing voor een seizoen als 2018 maar het is een belangrijke stap in de goede richting.”

Wat was tot nu de lastigste keuze in de poolverkoop van dit seizoen?

“Die moet waarschijnlijk nog komen. Tot nu toe verliep het verkoopseizoen redelijk constant. De komende weken worden waarschijnlijk een stuk spannender. Wat wordt de invloed van de droogte op de ontwikkeling van de aardappelen? Hoe verloopt de aansluiting van de nieuwe oogst op de oude? Allemaal zaken die voor reuring kunnen zorgen. En wellicht ook voor kansen in de markt.”

Als Nederland geen optie meer zou zijn, in welk land zou je dan aardappelteler willen zijn?

“Ik ben wel gecharmeerd van de organisatie van de aardappelteelt in Amerika en Canada. De boeren onderhandelen daar collectief met de industrie, er wordt niks opgelegd. Die constructie spreekt me aan. Er wordt ook scherp onderhandeld, soms zo scherp dat mediation nodig is. Maar je moet dat systeem ook zien tegen de achtergrond van de teeltomstandigheden. Vrijwel alle aardappelen worden daar geïrrigeerd en de opbrengsten zijn zeer stabiel. Fluctuaties van plus of min 15% zoals bij ons kom je er niet tegen. Er is dus een stabiele inkoopsituatie en daardoor weinig daghandel. Maar de nadruk ligt in mijn ogen meer in het partnership in de keten.”

Wat zie je als de grootste uitdaging om de aardappelteelt op je eigen bedrijf te optimaliseren?

“Ik wil er graag nog een sterk AM-ras bij hebben. Dat is natuurlijk een landelijk thema, maar het raakt je als individuele teler. Beheersing van AM is een grote uitdaging. Het huidige rassenpakket is daarin nog niet sterk genoeg.”