Waar menigeen twijfels had over de werking van MH en er op de klei toch nog wel eens een rotje in de bewaring zit, valt de kwaliteit van de aardappelen in de meeste gevallen mee. Ook de bakcijfers en suikergehaltes zien er nog goed uit. “De verwachtingen zijn gelukkig niet uitgekomen.”

DAM 5725 Aviko Potato Uitschuren 36 web“Ik heb zelden een jaar meegemaakt met zo weinig rot”, zegt Chris van den Boogaart van buitendienst Zuidoost. “Na een lastig teeltseizoen hebben we een makkelijk bewaarseizoen gekregen met weinig calamiteiten.” Toch was van de Boogaart er ten tijde van de oogst niet helemaal gerust op. “Er was twijfel of de MH wel goed was opgenomen en voldoende zou werken. Maar veel telers hebben hun partijen voor de veiligheid behandeld bij het inschuren of zijn op tijd begonnen met gassen. Kieming is uiteindelijk amper een probleem geweest.” Wel plaatst Van de Boogaart een kleine kanttekening voor Innovator. “Die kun je vanwege schilbrandrisico’s niet behandelen bij inschuren. We zien dit jaar wel wat meer inwendig kiem bij dit ras, maar dat verschilt van partij tot partij.”

Kiemlustiger

Marten Scheepsma van buitendienst Zuid-Flevoland en Land van Heusden en Altena kan de bevindingen van Van den Boogaart grotendeels onderschrijven. “De Innovators zijn inderdaad kiemlustiger en dat zie je dit jaar zeker terug. Maar we zijn er van het begin af aan alert op geweest en de telers en Aviko Potato hebben op tijd ingegrepen als dat nodig was. Maar ook in andere rassen zie ik wel eens een onrustige partij. De oorzaak is niet altijd aan te geven.”

MH goed opgenomen

Voor het Zuidwesten heeft Jan-Willem de Weert nooit echt grote twijfels gehad over kiemproblemen. “In West-Brabant ging het meestal om beregende gewassen die nog in goede conditie waren en waar de MH dus goed werd opgenomen.” De Weert vertelt dat menig teler de MH bespuiting in 2018 ook gedaan heeft vanwege de nevenwerking op doorwas. En in de oogstperiode constateerde hij dat veel telers voor de zekerheid hun aardappelen behandelden bij inschuren en op tijd gingen gassen.

Meer tegendruk

De extreme zomer heeft ook in regio Noordoost voor hoofdbrekens gezorgd. “We hebben hier in ruggen op de zwarte grond temperaturen van meer dan 60 °C gemeten”, vertelt Geert-Jan Smegen. “Dan heb je reden om ongerust te zijn over een verstoorde hormoonhuishouding in de knol.” Net als in de andere regio’s waren er in het Noordoosten twijfels over de werking van MH bespuitingen en werd aanvullend gegast. En daarbij kwamen sommige telers een ander fenomeen tegen. “De knollen waren door de lage opbrengst erg fijn en dat resulteert in meer tegendruk bij het ventileren. In sommige bewaarplaatsen kon je zien dat er niet overal genoeg chloor-IPC was gekomen”, aldus Smegen.

Af en toe rotjes

Waar er in de ene partij amper rot in de bewaring werd geconstateerd, is dit bij een andere partij wel het geval. “We zien nu nog af en toe een rotje in Agria en Victoria”, zegt Jan-Willem de Weert. “Maar voor de jaarwisseling zijn er vanwege rot al de nodige partijen eerder verladen. De oorzaak is niet altijd duidelijk. Soms is het terug te voeren op doorwas maar in andere gevallen tast je in het duister. Er is wel veel beregend maar waterschade lijkt niet waarschijnlijk. Telers die met rot te maken hebben, moeten blijven opletten tot het eind.” Scheepsma is het daar mee eens: “Bij rot in een partij moet je intern blijven ventileren om het vocht te verdelen. Doe dit bij voorkeur op een koel moment van de dag, zodat de partij er niet door opwarmt. Stoppen met ventileren als de buitentemperaturen oplopen is nooit verstandig. Je moet regelmatig lucht verversen om CO2 af te voeren.” Intern ventileren om vocht te verdelen heeft volgens de Weert nog een bijkomend voordeel. “Het helpt om indroging tegen te gaan. Maar eigenlijk valt het hier met de indroging nog wel mee terwijl er toch volle bak is geventileerd.”

Minder grond, meer beschadigingen

Smegen zag in zijn gebied meer knolbeschadigingen in de vlokkenaardappelen doordat er te weinig grond meekwam bij het rooien. “Dat gaf invalspoorten voor Fusarium en dat zie je helaas ook terug in sommige bewaarplaatsen.” Voor de resterende bewaarperiode (de laatste vlokkenaardappelen liggen nog ongeveer 5 weken) adviseert Smegen om de partij op 7 a 8 graden te houden. “In sommige bewaarplaatsen liggen de aardappelen langer dan waarvoor de schuur geschikt is. Daar is de temperatuur in maart al aardig opgelopen. Probeer koude nachten te benutten maar kijk uit dat je te snel terugkoelt. Dat geeft alleen maar kans op condens. Overigens is het suikergehalte van de vlokkenaardappelen nog mooi laag; ik geef de meeste partijen nog een ruime voldoende”, besluit hij.

Bakcijfers op niveau

Over de bakcijfers van de frietaardappelen zijn Scheepsma, de Weert en van den Boogaart gemiddeld tevreden. In de meeste gevallen zitten ze nog onder de 3 maar er komen ook nog lage 2’s voor. Wel zien de buitendienstmedewerkers af en toe een suikerpuntje in de Agria’s. “Maar dat is goed te verklaren”, volgens de Weert. Dat ras is gewoon wat gevoeliger voor groeistuipen door de weersomstandigheden. Dat manifesteert zich dan in een onregelmatige zetmeelverdeling in de knol.” Alles bij elkaar is het volgens de buitendienstmedewerkers een mooi bewaarseizoen is geweest. “De relatief hoge temperaturen de komende tijd geven wel iets meer kans op kieming maar voor de bakcijfers is het prima.”