Aviko Potato wil samen met kwekers en kweekbedrijven op zoek naar nieuwe aardappelrassen voor de verwerking tot vlokken en granulaat. Met het groeien van de droogindustrie zijn er kansen voor rassen die voldoen aan de specifieke eisen voor dit marktsegment.

Garing 5

“Het is al lang niet meer zo dat onze fabrieken voor vlokken en granulaat alleen maar draaien op reststromen van andere fabrieken”, vertelt Matthijs Meijer, manager agronomie bij Aviko Potato. “Wij zijn al in 2009 begonnen met de verwerking van hoge drogestof aardappelen en inmiddels bestaat zo’n 70% van de grondstof voor onze Rixona fabrieken in Warffum en Venray uit aardappelen die specifiek voor de droogindustrie zijn geteeld.” Volgens Meijer is de droogindustrie bezig aan een gestage groei. “Inmiddels gaat het in west Europa om meer dan zo’n 1 miljoen ton grondstof waarvan ca. 400.000 ton voor Rixona. Dat zijn volumes waarvoor het loont om ook speciale rassen te ontwikkelen.”

Specifieke eisen

Om die rasontwikkeling te stimuleren, heeft Aviko Potato onlangs een informatiebijeenkomst georganiseerd voor aardappelkwekers. Namens handelshuizen en individuele kwekers waren 55 personen aanwezig. Mathijs Meijer nam met hen de eisen door waaraan een aardappelras voor de droogindustrie moet voldoen. “Ruim 80% van onze aardappelen komt uit het Noordoostelijk teeltgebied. Een ras moet dus brede resistenties hebben tegen AM en wratziekte.” Ook kilogramopbrengst en OWG zijn belangrijke specificaties. “Voor de teler staat de financiële hectare-opbrengst op de eerste plaats”, stelt Meijer, “Maar voor de fabriek is dat het OWG. Vooral voor de industriële afnemers kunnen wij rassen gebruiken met OWG’s tot 500.” Andere eisen waaraan een ras voor de droogindustrie moet voldoen hebben betrekking op het suikergehalte, gevoeligheid voor grauw (verkleuring eindproduct na koken), de kleur en het wateropnemend vermogen. Dat laatste speelt vooral bij de aardappelpuree. “Als aardappelpoeder niet de hoeveelheid water opneemt die op de verpakking staat, krijg je geen puree, maar “soep”. Dat wil je niet”, verklaart Matthijs. Voor de teler is ook de bewaarbaarheid van een ras een belangrijke eigenschap.

Samenwerken met kwekers

Kwekers kunnen volgens Meijer via twee routes naar geschikte rassen zoeken. “Uiteraard kunnen ze nieuwe rassen gaan ontwikkelen/kweken. Daarnaast kunnen ze in lopende selectieprogramma’s kijken naar rassen die voldoen aan ons wensenpakket. Het is best denkbaar dat uit kruisingsprogramma’s voor friet- of chips- of zetmeelaardappelen een geschikt ras voor de droogindustrie komt bovendrijven.” Geïnteresseerde kwekers kunnen rekenen op constructieve samenwerking met Aviko Potato, stelt Meijer. “We kunnen meehelpen bij de opzet van een pootgoedketen en afspraken maken over volumes en exclusiviteit. Aviko Potato doet ook onderzoek naar producteigenschappen; dat soort informatie delen we met de kwekers. Het gaat er om dat alle betrokken partijen een meerwaarde oogsten.”