Een goed bewaarrendement begint bij het zorgvuldig rooien en inschuren. Beschadigingen en blauwe plekken hebben grote invloed op het rendement van de bewaring én dat van de fabriek.

Beschadigingen in de partij aardappelen kunnen leiden tot een hogere versuikering (minder goede bakkleur) en extra gewichtsverlies tijdens de bewaring. Bovendien zijn beschadigingen invalspoorten voor bacteriën waardoor rot door versmering kan optreden. Beschadigde knollen zijn daarnaast gevoeliger voor drukplekken die weer onderhuidse blauwverkleuring veroorzaken. Bij de verwerking in de fabriek wordt zoveel mogelijk iedere verkleuring verwijderd, maar daar zijn natuurlijk wel grenzen aan en het zorgt voor lengte- en kwaliteitsverlies. Ook knollen met schilbrand moeten dieper geschild worden. Kortom: beschadigde knollen gaan direct ten koste van de kwaliteit en het verwerkingsrendement.

Oogsttips om beschadiging te voorkomen

Laat de aardappel goed afharden: wacht na het doodspuiten van het loof minimaal 2,5 tot 3 weken met rooien. Als een partij onrijp de bewaring ingaat, resulteert dat aan het einde van het bewaarseizoen in een hogere versuikering. Bovendien is het product meer gevoelig voor rooibeschadigingen, blauw en bewaarverliezen.

Voorkom beschadiging en blauw tijdens het rooien: stel de rooier goed af en beperk de valhoogtes. Gebruik eventueel de elektronische knol om kwetsbare punten op de rooier en/of inschuurlijn vast te stellen. De elektronische knol is verkrijgbaar via uw buitendienstmedewerker . Oogst bij voorkeur niet bij een aardappeltemperatuur lager dan 8˚C. Aardappelen die te koud gerooid worden, zijn veel gevoeliger voor beschadigingen en blauw. 

Bewaartips om verliezen te beperken

Pas kiemremmingsmiddelen zorgvuldig toe: kiemremmingsmiddelen toedienen tijdens het inschuren heeft als risico dat er schilbrand op de knollen kan ontstaan. Pas tijdens inschuren geen behandeling toe op niet afgeharde partijen, partijen met veel beschadigingen of met openstaande lenticellen. En pas natuurlijk op met gevoelige rassen.

Voorkom versmering van rot in de partij: teveel rot maakt een partij ongeschikt voor lange bewaring. Probeer probleempartijen zoveel mogelijk te laten uitzieken op het perceel. Is de partij slechts kort bewaarbaar door rot, sla het product dan in een aparte box op. Partijen met beschadigingen zijn sowieso gevoeliger voor versmering van rot. Zorg voor een snelle droging en wondheling. Maak hierbij indien nodig gebruik van kachels.

Voorkom versuikering, koel niet te snel en te laag: koel niet te snel terug, dat resulteert aan het einde van de bewaarperiode in een hogere versuikering. De uiteindelijke bewaartemperatuur is afhankelijk van de periode van afleveren. Overleg dit tijdig met uw buitendienstmedewerker. Wordt de partij tussen december en februari geleverd, dan mag de bewaartemperatuur niet lager zijn dan 7,5 tot 8˚C. Bij een latere levering kan het product rasafhankelijk bij een lagere temperatuur gekoeld worden. Bewaar Innovator niet lager dan 7,5˚C.

Bekijk het filmpje over versuikering. 

Zorg voor een stabiele temperatuur van de partij: schommelingen in temperatuur van de partij aardappelen resulteren in kieming, versuikering en extra bewaarverliezen. Zorg daarom voor een goede isolatie van de bewaring en vooral voor de juiste instellingen van de bewaarcomputer. Probeer de temperatuur in een bandbreedte van ongeveer 0,3 graad te krijgen.

Neem een representatief monster: door de voorbemonstering van Aviko Potato bij telers kan Aviko de juiste match maken tussen grondstof en eindproduct. Zorg daarom dat de monsters representatief zijn voor de hele partij. Neem de monsters niet op één moment, maar verspreid over de gehele periode van inschuren. Neem ieder monster van achter de stortbak en laat de emmer niet overlopen.

Neem ook eigen bewaarmonsters: meet het bewaarverlies en leer ervan! Met als doel om steeds beter te bewaren. Lees de procedure.