Alle proefvelden van Aviko Potato zijn inmiddels gepoot. Dit jaar wordt onder andere de pilot ‘knollental’ op praktijkschaal uitgevoerd. Daarnaast zijn er de rasvergelijkingen van bestaande en nieuwe rassen.

De proefvelden liggen verspreid over het land. Voor de rassenvergelijking ligt de nadruk in het noorden van Nederland op de rassen voor de droogindustrie. In het midden en zuidoosten van het land worden hoofdzakelijk de fritesrassen onderzocht.

Nieuw ras moet nog beter voldoen

Gedurende het groeiseizoen wordt de gewasontwikkeling nauwkeurig gevolgd. De meeste waarnemingen worden echter na de oogst gedaan. Zo worden onder meer opbrengst, vorm van de knollen en resistentie tegen - en gevoeligheid voor - ziektes vastgesteld. Daarnaast worden eigenschappen als bakkleur, kooktype, drogestofverdeling en gevoeligheid voor grauwverkleuring getest. Want voordat een nieuw ras in aanmerking komt voor teelt op grote schaal, moet het zich positief kunnen onderscheiden van het huidige rassenaanbod. Positief in de zin van: een hoger rendement voor de teler én de verwerker.

Geteld pootgoed op praktijkschaal

De pilot van het project ‘knollental’ is dit seizoen opgezet om, naast geteld pootgoed, ook een nauwere maatsortering te kunnen leveren. Van het fritesras Agria worden verschillende pootgoedmaten met elkaar vergeleken: de 35-50 mm, maar ook de nauw gesorteerde 35-40 en 45-50 mm. Per pootgoedmaat wordt onder andere het verschil in opkomst vastgelegd en het aantal stengels per plant wordt geteld. Met als doel om te onderzoeken of met maatsortering, pootafstand en pootdiepte teeltoptimalisatie haalbaar is. Projectleider Wiert Wiertsema: „Met geteld pootgoed kan de teler niet alleen tekort of overschot tijdens het poten voorkomen. Dankzij de nauwkeurige maatsortering kan de teler beter inspelen op bijvoorbeeld de pootafstand of –diepte. Als dat bijdraagt aan een hogere opbrengst van een betere kwaliteit en een homogenere maatsortering, dan ligt daar een voordeel voor de teler én de verwerkende industrie.”