Minimaal zes jaar duurt het voordat een door Aviko Potato goed bevonden aardappelras definitief aangeboden wordt aan de eigen telers. Agronoom Goffe Schat krijgt jaarlijks zomaar twintig rassen onder z’n hoede, waarvan soms maar één echt voldoet aan de eisen van Aviko Potato. ,,Want een nieuw ras moet echt iets toevoegen.’’

,,Onze eisen liggen hoog’’, is Goffe Schat helder. ,,Dat is een belangrijke reden, waarom veel rassen afvallen. Waar we vooral naar zoeken zijn aardappelrassen met goede bakkleur, gaarheid en goede drogestofverdeling in de knol. Die punten wegen zwaar, maar dan nog zijn er andere factoren: denk aan de resistenties van grond gebonden ziektes als aardappelmoeheid, wratziekte en chitwoodi, daarnaast zijn gevoeligheid van blauw en beschadiging van belang. Als het gevoelig voor schurft is, of teveel blauw oplevert, hebben we er niet veel aan.’’

44 rassen op 7 proefvelden

Het begint allemaal met de circa 20 rassenshows van de aardappelhandelshuizen. Daar kiezen Goffe Schat en z’n collega’s de rassen die op papier het meest veelbelovend zijn. Afgelopen jaar bijvoorbeeld zijn er 20 frites-, 14 droogindustrie- en 10 koelversrassen geselecteerd. Deze zijn verdeeld over Nederland uitgezet op de diverse geselecteerde proefvelden. 5 velden voor fritesaardappelen, 1 voor de droogindustrie en 1 voor koelvers. ,,Hoe verschillender de grond, des te meer conclusies je kunt trekken’’, aldus Schat. ,,Denk eens aan bruinverkleuring.’’

Drie jaar proefveld, drie jaar praktijkveld

Eerst worden de aardappelen drie jaar achtereen op proefvelden bekeken en getest. Als daarna uit de test- en fabrieksresultaten blijkt dat ze nog steeds voldoen, worden ze gepoot op de ruimere praktijkvelden. Het eerste jaar op 5 hectare, het tweede jaar op 20 hactare en het derde en laatste jaar op 60 hactare Na 3 jaar te zijn verwerkt op praktijkschaal wordt het besluit genomen of ras geschikt is en past bij de verwerkingseisen die Aviko stelt. Dan wordt het ras commercieel ingezet.

Praktijktesten op 40 aspecten

Van begin december tot en met medio januari dit jaar heeft Schat met drie collega’s intensief testen uitgevoerd met de gerooide aardappels van alle 44 rassen. Droogindustrierassen worden in het eigen Dronter laboratorium getest op 30 punten, fritesindustrie op maar liefst 40 aspecten. ,,Denk bijvoorbeeld aan gewicht, aantal, uiterlijk, onderwatergewicht, blauw, koken, bakken en suikerpercentage. Wat is de kleur van een gekookte aardappel na 24 uur? Dergelijke punten lopen we nauwkeurig na, volgens vastgestelde procedures. En daarin worden we ook steeds strenger.’’

Nieuw ras minstens zo goed

Goffe Schat ervaart dat de resultaten erg wisselend zijn. ,,Niet altijd corresponderen de verwachtingen met de uitkomsten. Dat heeft ook te maken met onze strenge en uitvoerige selectie. Maar soms is het ook zo dat een ras met mindere vooruitzichten plots wel doorbreekt.’’ Van de 44 rassen zijn er dit jaar 4 door de selectie gekomen. Toch een mooi aantal, vindt Schat. ,,Het moeten wel rassen zijn die de huidige rassen zouden kunnen vervangen. Die dus minstens zo goed zijn. Dat is een continue proces.’’